
Gesprek met Theo Kocken, chairman RvC van Stichting Cardano Development
Cardano Development streeft naar een stabiel inkomen voor huishoudens, bedrijven en overheden in lage- en midden-inkomenslanden, de zogeheten frontier markets. De organisatie doet dit door innovatieve oplossingen te ontwikkelen op het gebied van financieel risicobeheer. In bijna vijftien jaar tijd is de ondernemende stichting (met ANBI-status) uitgegroeid tot het grootste samenwerkingsplatform voor ontwikkelingsbanken ter wereld op het gebied van transacties. Met reden, volgens Theo Kocken, chairman van de RvC van Cardano Development: ‘Afrika gaat van 1,2 miljard naar 4 miljard mensen. Maar er gaat onwaarschijnlijk weinig geld naar de landen daar.’
Kocken (zie kader) heeft een eigenzinnige kijk op de wereldwijde duurzaamheidsproblematiek en de beste oplossingen voor de toekomst. Hij is, naar eigen zeggen, ‘nooit zo’n geitenwollensokkenpersoon’ geweest. “Ik begrijp daarentegen wél goed hoe financiële markten werken. En die markten moeten beter worden geregeld in landen waar de bevolking groeit en men kampt met lage inkomens. Denk aan de interbancaire markt: het is cruciaal dat banken makkelijker onderling geld kunnen lenen, maar het is even cruciaal dat klanten toegang hebben tot betaalrekeningen en spaarsystemen. Cardano Development zet zich – samen met anderen – in voor financiële inclusie. Dan is het mooi meegenomen dat alle Sustainable Development Goals van de VN daarbinnen voor een groot deel samenkomen. Die kun je bij wijze van spreken direct aanraken bij elk project dat wij doen.”
Mijlpaal
De kern van Cardano Development is het helpen wegwerken van market failure in ontwikkelingslanden, aldus Kocken: “Wij kijken met onze kennis van riskmanagement waar risico’s zitten die mensen lokaal niet zouden moeten lopen, maar die ze niet kunnen wegwerken. Soms willen mensen ondernemersrisico’s lopen, maar waarom zouden ze valuta- of kredietrisico moeten lopen? We kijken samen met lokale experts wat er nodig is. En oplossingen moeten altijd schaalbaar zijn, zodat andere landen er ook iets aan kunnen hebben.”
‘De financiële markten moeten beter worden geregeld in landen waar de bevolking groeit en men kampt met lage inkomens’
Hoe is Cardano Development begonnen? “De oprichting van het TCX-fonds (The Currency Exchange Fund, red.) in 2007 was ons eerste initiatief: dat moest ervoor zorgen dat leningen in de lokale valuta konden worden verstrekt. TCX was in een aantal opzichten een mijlpaal, want het kreeg voor elkaar dat ontwikkelingsbanken gingen samenwerken. Herman Wijffels, destijds bewindvoerder van de Wereldbank, vond het een prestatie van formaat. Hij zei: “Dit hadden wij dus al lang bij de Wereldbank zelf moeten doen.” Het fonds werd een succes en beheert het risico van ruim 50 valuta’s in ‘frontier countries’.
Gaten dichten
Zijn stichting heeft expliciet gekozen voor het accent op “local currency finance”, zegt Kocken. “En alleen als er ergens een gat zit in de financiële infrastructuur, als er iets ontbreekt wat belangrijk is voor financiële inclusie, voor meer toegang voor armere mensen. We gaan niet de competitie aan om het ergens beter te doen dan het is. We willen de gaten dichten; als een andere partij het vervolgens overneemt is dat prima.”

Maar dat kan natuurlijk niet altijd. Soms moet je iets vasthouden om het te laten voortbestaan. “Klopt. Een voorbeeld: er zijn banken die een stuk beter zouden kunnen samenwerken met elkaar en met buitenlandse banken. Sommige banken in Afrika kunnen niet onderpand van voldoende kwaliteit storten bij JP Morgan. Dan storten ze dit onderpand bij onze dochter Frontclear; via Frontclear wordt dan een garantie afgegeven aan JP Morgan. Daarmee vergemakkelijk je het interbancair verkeer. Frontclear moet dus wel blijven bestaan. Maar onlangs hebben we in Oeganda een multilaterale clearing tussen banken opgezet, samen met de overheid. Als dat eenmaal functioneert, kunnen we op termijn weg. We zetten sowieso dingen op die blijvend moeten zijn. Alles wat wij doen moet leiden tot iets dat rendeert, of ten minste kostendekkend is.” Daarom is Cardano Development perfect voor Ontwikkelingssamenwerking in Nederland, stelt Kocken. “Het is het ideale model. Onze projecten zijn innovatief, en overheden die meedoen krijgen te zijner tijd hun geld terug. Nou ja, als je pech hebt niet 100%, maar het is altijd nog beter dan geld weggeven en zeker weten dat je het niet terugkrijgt.”
‘We zetten sowieso dingen op die blijvend moeten zijn. Alles wat wij doen moet leiden tot iets dat rendeert’
Collectieve spaarpot
Technologie maakt dingen mogelijk waarmee je bestaande beperkingen kunt omzeilen, ziet Kocken. “In sloppenwijken in Zuid-Afrika wonen mensen die geen ID hebben, en die dus geen geld op de bank kunnen zetten. Zij zitten met een man of tien in een zogeheten ‘stokvel’.” (Een stokvel fungeert als een soort collectieve spaarpot, waarin leden op gezette tijden een vast bedrag deponeren, red.) “Dan praat je over miljoenen stokvel-leden die hun geld niet bij de bank kwijt kunnen. Wij zijn daar nu een spaarsysteem voor aan het opzetten (NASASA CD Savings, een start-up van Cardano Development, red.). Mensen krijgen in ons systeem een nummer. Daarmee kunnen ze geld storten dat naar een central treasury gaat, en ze kunnen zich legitimeren via gezichtsherkenningstechnologie.”
‘We kijken samen met lokale mensen wat er nodig is. En oplossingen moeten altijd schaalbaar zijn, zodat andere landen er ook iets aan kunnen hebben’
Pensioenfondsen
“We werken veel samen met internationale organisaties: alle ontwikkelingsbanken in de wereld, allerlei liefdadigheidsorganisaties, overheden in Nederland, het VK, de VS, Duitsland en vele andere landen. Geld dat we krijgen gaat onder meer in fondsen. Die fondsen worden beheerd door mensen bij de instituten onder Cardano Development die worden betaald door de aandeelhouders van het fonds (bijvoorbeeld ontwikkelingsbanken), en daarmee proberen we bepaalde doelstellingen te bereiken. Voorbeelden zijn het genoemde TCX en GuarantCo, dat garanties biedt voor local currency-investeringen in infrastructuur. We werken ook met pensioenfondsen. Begin 2022 zijn we, na vier jaar voorbereiding, gestart met ILX. ILX is een kredietfonds voor opkomende markten dat institutioneel kapitaal in beweging moet brengen. Als ontwikkelingsbanken krediet verlenen aan bedrijven in frontier markets kunnen pensioenfondsen mee-investeren in die kredieten. ABP en Pensioenfonds Bouw en Pensioenfonds Vervoer zijn daar dit jaar mee begonnen, met gezamenlijk meer dan een miljard euro. Dan gaat het geld daadwerkelijk naar lage-inkomenslanden. En dankzij de gecombineerde kennis van mensen bij de ontwikkelingsbanken en bij ILX lopen de pensioenfondsen een zeer beperkt risico. Het is een stap in de goede richting. De bedragen moeten wel veel hoger, maar dat komt wel.”
‘Er moet meer privaat geld worden geïnvesteerd; we moeten beseffen dat we misschien iets moeten opgeven voor de toekomst’
Met hokjes afvinken redden we het niet. “Er moet meer privaat geld worden geïnvesteerd; we moeten beseffen dat we misschien iets moeten opgeven voor de toekomst. Met purpose. Met beheerst maar bewust risico. Want met hokjes afvinken gaan we het niet redden. De discussie moet op gang komen dat beleggen in ontwikkelingslanden moet mogen en niet eng is. Nederland heeft in relatieve zin de allergrootste pensioenpot ter wereld. Maar als pensioenfondsen het over ‘groen’ hebben gaat het vaak over bijvoorbeeld windmolens in de westerse wereld. Niet dat die er niet moeten komen, maar de landen in Afrika krijgen nauwelijks geld uit de OECD-landen. We zullen daar moeten gaan investeren. Op dit moment gaat 99% van die 1600 miljard euro niet naar de echte lage-inkomenslanden. Het is geen doemdenken meer. We kunnen hier in Nederland wel verduurzamen, maar dan laten we nog steeds een groot deel van de wereld uit de hand lopen. Natuurlijk moet het ook hier gebeuren, maar dáár hebben we een blinde vlek.”

Misschien neemt het gevoel dat het risico te groot is af als je meer succesvolle projecten kunt laten zien? “Jazeker. Daar is ILX hét voorbeeld van, ook door de goede risico-rendementshistorie van de leningen van de ontwikkelingsbanken aan bedrijven in lage-inkomenslanden. Maar het wordt er in lage-inkomenslanden toch niet makkelijker op. In Nederland is een derde van de bankmedewerkers bezig met regelgeving zoals ‘know your client’ (KYC). In Afrika trekt Barclay’s zich terug vanwege de regelgeving. Een arme Afrikaan kan niet aan allerlei ID-eisen voldoen. Dan springen andere banken, met een andere ethiek, in dat gat. Die zijn te duur, en zijn niet geïnteresseerd in de onderlaag van de bevolking. Je kunt wel risico’s denken te reduceren met KYC of Anti Money Laundering, maar als je niet snapt hoe dat in het systeem ingrijpt, dan worden de systeemrisico’s extreem groot. Een overshoot in regelgeving leidt tot minder financial inclusion. Inkomensongelijkheid neemt erdoor toe in Afrika.” De scope waarmee pensioenfondsen werken is 40 jaar. Wat zij nu doen bepaalt vergaand wat er tegen die tijd al dan niet bestaat.
‘Ons sociale systeem is minder adaptief dan ons technische systeem’
Risico’s in beeld brengen
Zou een model hen kunnen helpen om voorbij de horizon te kijken? Het model van de Club van Rome is in al zijn simpelheid nog steeds een van de mooiste modellen die er zijn. “Ik ben voor modellen, maar dan wel realistische, zoals netwerkmodellen voor banken, feedbackloops, Battistons Climafin. Via dat soort modellen kun je klimaatrisico’s in beeld brengen. Niet om te voorspellen, want je hoeft maar een paar aannames te veranderen en alles ziet er anders uit. Maar ze zijn juist goed om dát te laten zien.” Een model heeft dus al waarde als het zichtbaar maakt wat er gebeurt als je aannames verandert. Misschien is dat de manier om pensioenbestuurders mee te krijgen? “Stel dat het lukt om met een model te laten zien wat het effect op de wereld over 50 jaar is. Dan helpt dat misschien ook om overheden te laten inzien dat al die strenge regelgeving misschien een paar criminelen stopt met handel, maar op systeemniveau de wereld enorm schaadt. De wal keert het schip, dus de politiek zal uiteindelijk wel meegaan; en dan is het hopelijk niet te laat. Ons sociale systeem is minder adaptief dan ons technische systeem.”
Cardano Development
Oprichter Theo Kocken verliet risicoen pensioenspecialist Cardano begin 2021. Hij blijft actief als hoogleraar risicomanagement aan de Vrije Universiteit Amsterdam en als chairman van de RvC van Stichting Cardano Development. Cardano Development is een zogeheten incubator en fondsbeheerder, opgericht in 2007. De stichting ontwikkelt financiële diensten en producten die toegang geven tot onder meer betaalbaar kapitaal voor bedrijven en huishoudens in lageinkomenslanden. Deze producten zijn gericht op valuta-, krediet- en liquiditeitsrisico’s. Door analyse van risicobeheer in omgevingen met weinig gegevens vindt de stichting schaalbare oplossingen die kunnen helpen om grensoverschrijdende financiële markten transparanter te maken, om zo blijvende economische waarde te ontsluiten. Cardano Development ondersteunt zeven scale-up-initiatieven (TCX, GuarantCo, Frontclear, BIX Capital, ILX, IMFACT, NYALA en AGRI3) en zes start-ups (Octobre, KCEF, SIV, The DG Group, The Green Guarantee Company en NASASA) met doorlopende (investment) managementdiensten en technisch advies. Zie ook www.cardanodevelopment.com.
Dit interview is het laatste uit de reeks interviews die, voorzien van Expert Point of Views gebundeld is en dit voorjaar is uitgekomen in het magazine Pioniers in duurzaamheid. Een gezamenlijke uitgave van Doing The Math en EyeOn.
Wilt u het magazine digitaal of in print ontvangen? Een e-mail naar info@doingthemath.nl met als onderwerp ‘Magazine’ is voldoende.