
Gesprek met Renee Boerefijn, Director of Innovation bij Bunge Loders Croklaan
Renee Boerefijn is Director of Innovation bij Bunge Loders Croklaan. De onderneming waar hij sinds acht jaar werkt is onderdeel van het Amerikaanse Bunge en maakt ingrediënten van speciale oliën en vetten, en lecithinen voor met name de chocolade- en bakkerij-industrie, en steeds vaker ook voor vlees- en zuivelvervangende producten. “Iedereen eet ons vrijwel elke dag.”
In het kantoor in Zaandam kijkt Renee Boerefijn uit het raam richting Wormerveer, en wijst de locatie aan waar de nieuwe, fors energiezuinigere fabriek over niet al te lange termijn moet gaan verrijzen: “We gaan daar een besparing van 90% van onze CO2-uitstoot realiseren.” Begonnen in een molen en officieel sinds 1891 gevestigd in Wormerveer, is Bunge Loders Croklaan inmiddels uitgegroeid tot een toonaangevende, wereldwijde speler in de
‘We mogen trots zijn op onze science-based target commitments’
levensmiddelenindustrie – wat er in de woorden van Boerefijn onder meer op neerkomt “dat in Europa eigenlijk iedereen ons elke dag eet. Dat schept een grote verantwoordelijkheid.”
Smakelijk en nutritioneel
“Met onze producten, gemaakt van bijvoorbeeld zonnebloem, raapzaad en tropische vetten, maken wij eten lekkerder en beter”, zo vat Boerefijn de corebusiness samen. “Voornamelijk zoetwaren en bakkerijproducten, maar steeds vaker ook hartige producten als vleesvervangers. Die proberen we op hetzelfde niveau te brengen als echt vlees, op het gebied van sappigheid, smaak en mondgevoel. Daar heb je naast een goede eiwitbron ook het juiste vet voor nodig. Voorheen werd eigenlijk vooral gelet op de prijs van vleesvervangers; de smaakbeleving ervan werd niet of nauwelijks meegenomen. Met de komst van de flexitariër, de vleesliefhebber die er een goed alternatief naast wil hebben, ontstond een nieuwe markt voor betere producten. Plant-based is voor ons een groeiplatform.” Om de ontwikkeling naar het eten van meer vlees- en zuivelvervangers succesvol te maken, zullen die producten betaalbaar en lekker dienen te zijn, benadrukt Boerefijn. “Daarvoor moet je schaal hebben, en toegang tot de juiste oplossingen. Die vinden we in ons geval door via onze technologie de beste mix van smakelijk én nutritioneel te maken. Dat lijkt misschien een tegenstelling, maar wij zoeken de optimale balans tussen functionaliteit en gezondheid. We richten ons op macronutriënten: grote componenten in voeding. Plantaardige eiwitten, koolhydraten (granen, meel), vetten. Het enige wat we niet hebben, zijn smaakstoffen en water. Wij kunnen voeding maken tót het laatste snufje zout of kruiden in de keuken. Op een schaal die impact heeft.”
Nieuwe concepten
De grootste uitdaging in de transitie naar minder vlees eten ligt in het smaakprofiel, denkt Boerefijn. Daar is nog werk aan de winkel. Ook de schaal waarop vleesvervangers geproduceerd worden is nog onvoldoende, waardoor de betaalbaarheid ervan soms eveneens onvoldoende is, signaleert hij. Toch: “Vorig jaar waren we op de ANUGA, een culinaire beurs waar onze klanten hun nieuwe concepten lieten zien aan de markt.

Goed om te zien dat de ‘transitie binnen de transitie’ zo duidelijk zichtbaar was. Alle concepten waren niet langer voorgebakken en diepgevroren, maar rauw en vers, uiterlijk vergelijkbaar met vlees zoals je het bij de slager koopt. Een mooie stap. Op deze manier komt de ervaring van zelf thuis bakken erbij, dat is ook belangrijk. Dan moet je er dus voor zorgen dat een vleesvervanger in de pan net zo mooi bruist en lekker ruikt als dierlijk vlees. En eerst draaide alles toch om plantaardig gehakt: de burger, de worst, de balletjes. Inmiddels is er ook veel meer ‘whole muscle’ plantaardig vlees, met meer vezels, met draadjes, met weer een heel eigen beleving. Wij moeten dan ook nieuwe functionaliteiten bedenken voor dat soort toepassingen.”
Duurzaam werken
Bunge Loders Croklaan zet zich niet alleen via vlees- en zuivelvervangers in voor een duurzamere wereld. “We mogen trots zijn op onze science-based target commitments”, aldus Boerefijn. “Ons programma is binnen de sector één van de meeste ambitieuze.” Het is niet reëel om te verwachten dat de industrie in één keer helemaal duurzaam is, stelt hij. “De wereld moet wel doordraaien. Het gebruik van hernieuwbare grondstoffen helpt bij het terugdringen van fossiele brandstoffen. De discussie in Brussel of biomassa wel of geen duurzame oplossing is, is irrelevant. We hebben tijdelijk iets nodig wat in elk geval minder slecht is.” Bio-based fuel, bio-based plastics en plantaardig eten kunnen in zijn optiek prima naast elkaar bestaan. “Bronnen zijn er in principe meer dan voldoende, alleen missen we op de meeste plaatsen in de sector efficiëntie. We moeten ervoor zorgen dat iedereen met minder verlies werkt. Daar kan Nederland een voorbeeld in zijn. Wij werken hier met z’n allen zeer efficiënt, dankzij het feit dat we een klein land zijn. En we zijn redelijk in staat onszelf te organiseren: dat doen we al eeuwen.”
Sneller schakelen
Het gebruik van data kan bij deze ontwikkeling een belangrijke rol spelen: “Wij maken een product uit natuurlijke grondstoffen die seizoensafhankelijk zijn. De kwaliteit van onze grondstoffen verandert bijvoorbeeld als het regenseizoen aanbreekt. Om die variaties in beeld te brengen hebben we data nodig. Daarnaast willen we nog meer weten van de interactie tussen de kwaliteit van onze grondstoffen, de kwaliteit van onze eindproducten (smeltprofiel, kristallisatie) en de magie die we bereiken: namelijk dat iemand iets lekker vindt. Wat er in onze fabriek gebeurt, dat hebben we uiteraard heel goed in beeld. Maar ook over wat er binnenkomt en daarna gebeurt met ons product willen we graag meer weten.” Het is ook een effect van corona geweest dat het bedrijf meer met data is gaan doen. “Omdat wij draaien met natuurproducten moeten we altijd veel aanpassingen doen en continu bijsturen. We hebben laboratoria om de productie daarbij te helpen. Research & Development is bij ons nauw verbonden met de productie. Tijdens de pandemie was er het risico van beperkte toegang tot de laboratoria en kregen we te maken met uitval van mensen. Daardoor zijn we meer werk gaan maken van een plan B: een zogeheten expertisesysteem dat specificaties matcht en formuleringen modelleert. Dat zijn we nu aan het bouwen, we zitten inmiddels in fase 3. Met dit systeem worden we robuuster en kunnen we gemakkelijker schakelen over verschillende grondstoffenstromen heen. We zien hoe we in alle omstandigheden een oplossing kunnen vinden en zo onze klanten blijven bedienen.”
‘Je wilt niet dat iedereen in je data kan grasduinen, maar wel dat mensen ze gebruiken’
Aan het begin van de oorlog in Oekraïne heeft de innovatiedirecteur gezien dat zijn bedrijf de kennis en informatie in huis had om de juiste beslissingen te nemen: “We moesten kijken naar de vervanging van met name zonnebloemolie. Daar konden we direct in schakelen, ook dankzij ons wereldwijde netwerk.”

Knowledge management en databescherming
Boerefijn is content met het nieuwe expertisesysteem, dat in samenwerking met EyeOn is gerealiseerd. “Waar we voorheen een flink aantal promovendi nodig hadden, zijn we nu met een paar man zo klaar. Om zoiets neer te zetten heb je wel een partner nodig die je kunt vertrouwen en die weet wat je zoekt. Het was voor ons beiden nieuw, maar we hadden bij beide kanten de kwaliteit in huis om te begrijpen wat de bedoeling was om dat samen te realiseren. Het is echt een co-creatie geworden. We zijn begonnen met iets wat feitelijk een look-up-functie mag worden genoemd, maar inmiddels hebben we mechanistische modellen waarbij we onszelf bijna heropvoeden. Wat doen we nu eigenlijk? Wat gebeurt er in de processen? Hoe zitten producten in elkaar? Dus ook in de zin van knowledge management en databescherming is dit een goede ontwikkeling. Je wilt niet dat iedereen in je data kan grasduinen, maar wel dat mensen ze gebruiken. Dus maak je modellen en zet je die achter een interface zodat ze beschikbaar zijn voor gebruikers. Zo help je gebruikers met use cases, niet met data. Uiteindelijk spelen we zo onze mensen vrij voor grotere innovaties.”
Dit interview maakt onderdeel uit van een reeks interviews die, voorzien van Expert Point of Views gebundeld is en dit voorjaar is uitgekomen in een magazine. Een gezamenlijke uitgave van Doing The Math en EyeOn.
Wilt u het magazine digitaal of in print ontvangen? Een e-mail naar info@doingthemath.nl met als onderwerp ‘Magazine’ is voldoende.